We geven een ‘draai’ aan taal op onze school

21 mei 2025

De oude werkboeken van taal, die met de invuloefeningen en het trekken van lijntjes, worden niet meer gebruikt. Hiervoor gebruikte het team in de midden– en bovenbouw de methode Staal taal. Daarvoor in de plaats is het team druk bezig om de taallessen meer betekenis te geven en ze te koppelen aan de thema’s van bijvoorbeeld wereldoriëntatie of wereldburgerschap. Deze taalvernieuwing sluit aan bij de landelijke ontwikkeling om taal te zien als een groter geheel, iets wat er altijd is en wat altijd nodig is. Dit vraagt wat van de meesters en juffen. Tijdens studiedagen wordt de kennis en vaardigheden van de leerkrachten vergroot. Maar er wordt ook gekeken hoe het team de vernieuwing het beste vorm kan geven. Dit gebeurt in kleine stapjes. Met dit bericht willen we de informatie graag met jullie delen.

In de onderbouw is de taalvernieuwing vorig schooljaar in gang gezet door te starten met de methodiek van Zin in Lezen. Hierbij willen we de (talige) wereld om ons heen ‘toegankelijk’ maken voor de kinderen door de verbinding te leggen tussen thema’s en de vragen van de kinderen. We maken gebruik van allerlei boeken en we motiveren de kinderen om op zoek te gaan naar antwoorden. De kinderen in jaargroep 1-2 komen zo in aanraking met veel tekstsoorten en ervaren dat je taal nodig hebt om met elkaar in gesprek te gaan en antwoorden te vinden. Voor de kinderen van jaargroep 3 komt daar de leesinstructie bij, waardoor de leesvaardigheid ontwikkeld wordt en de kinderen groeien van het verklanken van letters naar zelfstandig lezen. Daarnaast gaan de kinderen al van jongs af aan bezig met het schrijven van letters, woorden en uiteindelijk korte teksten. Met als resultaat dat eigen geschreven teksten weer gebruikt kunnen worden voor instructie over hoe je een woord schrijft of als tekst om bijvoorbeeld uit te leggen hoe iets werkt. Ook hier zien we dat de motivatie om te lezen en zelf te schrijven groter is geworden. Er ontstaat een soort “schrijfen leeshonger” bij de kinderen en in hun enthousiasme steken ze elkaar aan. Taal is een groot omvattend vakgebied dat op te delen is in kleinere gehelen. In de midden- en bovenbouw is ervoor gekozen om de taalverzorging, waar spelling, grammatica en interpunctie onder vallen, nog te geven vanuit de methode Staal. Hier gaat het om ‘technische’ regels die kinderen aangeleerd krijgen, omdat die nodig zijn om tot goed schriftelijk taalgebruik te komen.
In de midden- en bovenbouw kennen de kinderen het IPC lezen. We gebruiken leesteksten die in verbinding staan met het IPC thema. Waar het ‘vroeger’ belangrijk was om te weten waar een woord naar verwees, of welk ander woord er op een plek in de zin ingevuld moest worden, wordt er nu gekeken naar het grote geheel. We willen dat kinderen gaan nadenken over een tekst: ‘Geeft deze tekst antwoord op de vragen die ik heb?’ of ‘Wie heeft deze tekst geschreven en wat wil de schrijver ermee bereiken?’. Dit soort vragen hebben te maken met tekstbegrip. Het belang van deze manier van werken is groot, omdat het de kinderen leert een actieve houding aan te nemen en niet alles maar “klakkeloos” aan te nemen. Zeker in deze tijd waarin er allerlei nep-nieuws tot ons komt vinden wij het belangrijk dat kinderen leren om onderscheid te maken. Maar er wordt ook gekeken hoe je een tekst makkelijk kan samenvatten. Teksten met jaartallen vragen een ander schema om mee samen te vatten dan bijvoorbeeld een tekst waarin twee dingen met elkaar vergeleken worden. Zoals eerder genoemd worden de lessen van taal gekoppeld aan thema’s van bijvoorbeeld wereldoriëntatie of wereldburgerschap. Eenzelfde tekst kan zo meerdere keren gebruikt worden. Zo kan in de ene les de tekst gebruikt worden om kinderen kennis te laten opdoen over een onderwerp, terwijl in de volgende les dezelfde tekst gebruikt wordt om te leren hoe je goed samenvat of om te kijken naar de opbouw van de tekst en bereikt de schrijver daar zijn doel mee. Door op deze manier te werken wordt nieuwe en bestaande kennis aan elkaar gekoppeld en door de juiste woorden te gebruiken wordt de woordenschat vergroot en neemt het begrip van de wereld om de kinderen heen toe. In de afgelopen maanden hebben wij deze nieuwe taalopzet uitgeprobeerd. We zien al mooie effecten. De kinderen zijn meer betrokken en gemotiveerd om te lezen en maken de koppeling tussen eigen en nieuwe kennis. Maar we beseffen ons ook dat we er nog lang niet zijn. We willen meer doelen en leerlijnen gaan koppelen aan onze lessen, kunnen beoordelen of we een rijke tekst voor de kinderen hebben gekozen, meer gebruik maken van verschillende tekstsoorten (denk aan verhalen, gedichten en informatieve teksten), de mondelinge taalvaardigheid koppelen aan zelf geschreven taal, de actieve houding van de kinderen verder ontwikkelen en de motivatie om te gaan lezen vergroten.

Kortom, we willen vaardiger worden in het geven van kwalitatief goede taal – en leeslessen. Daarvoor krijgen we hulp, in de vorm van scholing, en we maken gebruik van de kennis en kunde van onze collega’s als het gaat om de leesmotivatie.

Het is nog al een ontwikkeling deze taalvernieuwing. En we zijn ons ervan bewust dat dit niet in één keer alles staat zoals we dat graag zouden willen. Daarom zorgen we voor goede analyses van de resultaten en sturen bij waar nodig. Maar in onze zoektocht naar hoe we het beter willen doen, zijn we blij met de eerste signalen van de kinderen en resultaten. We zitten op de goede weg!

Media
  • MijnpleinschoolWijhe_bibliotheek
  • MijnpleinschoolWijhe_bibliotheek2
  • MijnpleinschoolWijhe_woordmuur